1).Betekenis:
De kinderen gaan aan de hand van verschillende afbeeldingen op het digi-bord, uit hun eigen fantasie en aan de hand van hun eigen meegenomen afbeeldingen van thuis een monument der wachtende maken. Het kan een boze man zijn die net de bus heeft gemist, een vrolijke vrouw die thuis wacht op haar man etc. De kinderen gaan deze beeldjes kleien uit een stuk klei. De kinderen leren hierbij een nieuwe klei techniek boetseren.
2).Vorm:
De kinderen gaan een 3-dimensionaal oftewel een 3D beeldje maken. De kinderen leren hierbij dat een 3D beeldje ruimte innemend is. Dat houdt in dat het beeldje niet plat is zoals een tekenblaadje maar netzoals een mens een voorkant, achterkant, zijkanten heeft. Je kan het beeldje van alle kanten bekijken en het beeldje neemt ruimte in vandaar de term dat het beeldje ruimte innemend is.
3).Materiaal/techniek:
De kinderen krijgen de volgende materialen op hun tafel
- 1 stuk klei
- 1 potje met water
- Overhemd
- 1 houten plankje
Afbeeldingen
De kinderen gaan bij deze opdracht de techniek boetseren oefenen. Bij boetseren is het belangrijk dat de kinderen een 3D beeldje maken uit 1 stuk klei. Er mogen geen armen, benen of andere details later worden toegevoegd.
4).Beschouwing:
De kinderen krijgen na de vragenronde een paar voorbeelden te zien van wachtende mensen op het digi bord. Ook zet ik eventuele voorbeelden neer van geboetseerde beeldjes zodat de kinderen ook een beter idee krijgen bij het boetseren en wat het begrip 3D inhoudt.
5).Werkwijze:
Eerst vraag ik aan de kinderen aan wat voor een wachtende persoon ze denken. Het ene kind denkt aan iemand die rustig op de post wacht. Het andere kind denkt aan iemand die boos aan het wachten is omdat, de bus zomaar doorreed. Vervolgens vraag ik aan de kinderen hoe ziet zo'n boze persoon er dan uit staat hij recht op? en heeft hij een vrolijke lach of heeft deze boze persoon een onderuitgezakte houding? en een boze blik?.
Vervolgens laat ik nog eventuele voorbeelden zien van wachtende mensen op het digi bord zodat de kinderen die meer moeite hebben om iets te verzinnen bij deze opdracht toch een duwtje in de goede richting te geven.
Ik wil dat de kinderen zelf leren hoe je bepaalde houdingen en emoties kan creëren. En dat de kinderen leren welke houding en emoties ze moeten gebruiken bij het boetseren van een beeldje om bijvoorbeeld een boze wachtende persoon te boetseren, of een vrolijke wachtende persoon.
6).Onderzoek:
Het eerst wat belangrijk is dat de kinderen leren wat het verschil is tussen 2D en 3D. 2D is plat net zoals een tekening en 3D heeft een ruimte innemende vorm net zoals een mens.
Vervolgens gaan de kinderen hoe ze moeten boetseren zonder dat er later armen, benen of enige details aan het beeldje worden toegevoegd.
Als laatst leren de kinderen ook met welke houding en emoties je een wachtende persoon kan creëren die boos, verliefd, blij of verveeld is.
Afbeelding
2. Lesopbouw
1).Oriëntatie:
Ter oriëntatie gaan de kinderen een dag van te voren thuis in tijdschriften, boeken of op de computer op zoek naar afbeeldingen van verschillende wachtende mensen met verschillende houdingen en emoties. Hierdoor kunnen de kinderen zelf goed voorbereiden voordat ze aan deze opdracht beginnen op school.
2).Introductie:
Als introductie begin ik de les door te vragen aan de kinderen of ze de afbeeldingen die ze als huiswerk thuis moesten opzoeken op het bord willen ophangen. Vervolgens ga ik samen met de kinderen de opgehangen plaatjes af wat voor een wachtende persoon staat op deze afbeelding?. Wat voor een emoties of houding heeft hij/zij?. De bedoeling van deze introductie is dat de kinderen een idee krijgen van wat ze kunnen maken bij de opdracht.
3).Informatie:
De kinderen krijgen na de introductie nog een paar plaatjes van wachtende personen te zien op het digi bord met verschillende houdingen en emoties. Ook kunnen de kinderen verschillende geboetseerde beeldjes bekijken om meer ideeën te krijgen voor hun eigen opdracht.
4).Instructie:
Ik geef de kinderen uitleg over wat boetseren is, hoe je moet boetseren en laat ik ook verschillende mogelijkheden zien aan de kinderen wat je kan doe met boetseren. Natuurlijk zijn de kinderen vrij om hun eigen creativiteit te gebruiken.
5).Begeleiding:
Na de uitleg trekken de kinderen de overhemd aan en gaan ze creatief aan de slag met de klei. Ondertussen loop ik rustig rond en begeleid ik de kinderen een op een waar het nodig is. Het belangrijkste van deze opdracht is dat de kinderen via eigen expressie en onderzoek zo leuk mogelijk uitvoeren en dat de kinderen er niet alleen veel van leren maar ook veel plezier in hebben bij het maken van de opdracht.
6).Afronding:
Ter afronding gaan de kinderen bij elkaar kijken wat ze hebben gemaakt. Het ene kind heeft een verdrietig wachtende persoon gemaakt, het andere kind een blije wachtende persoon. De kinderen leren niet alleen door het maken van het opdracht maar, ook door het bekijken van andermans werk veel over de verschillende houdingen en emoties die wachtende personen kunnen hebben. Vervolgens zetten we alle beeldjes op een plekje voor in de klas waar iedereen de beeldjes goed kunnen zien. Wanneer alle beeldjes zijn afgebakken mogen de kinderen de beeldjes mee naar huis nemen.