Ik heb gekozen voor de werkvorm vertelimprovisatie, omdat je met deze werkvorm veel creativiteit bij kinderen kunt losmaken.
2).Zoek voor de introductie van de les en de werkvorm een passend beeldfragment/filmpje van een paar minuten.
Dit is een kort filmpje die laat zien wat je kan doen met een beetje improvisatie en een leuk sprookje genaamd: De wens van de sprookjesverteller.
Bron: De wens van de sprookjesverteller
3).Beschrijf het doel van de les zo concreet mogelijk (wat moeten de kinderen aan de eind van les kunnen laten zien?,wat hebben de kinderen geleerd?)
Aan het eind van deze les kunnen de kinderen verhalen/sprookjes etc. op een zo goed mogelijk manier uit beelden aan hun klasgenoten en hoe de kinderen met emoties hun figuur in het sprookje echt tot leven laten komen.
De kinderen hebben aan het eind van deze les geleerd hoe je op een creatieve manier een leuke vertelimprovisatie voorbereid, en uitvoert. En hebben de kinderen beter idee wat je allemaal kan doen met creativiteit. Bijvoorbeeld de kinderen gaan het eind van het sprookje wat ze krijgen veranderen zodat er een grappige, onverwachte einde komt.
4).Beschrijf de warming-up (deze doe je met de alle kinderen tegelijk)
Bij de warming-up laat ik de kinderen eerst allemaal op een rij staan. De kinderen gaan proberen emoties op een zo goed mogelijk manier uit te beelden. Ik geef elke keer een emotie aan de kinderen dat kan zijn boos, verliefd, bang, vrolijk.
5).Beschrijf de kern van les (uitwerking van deze werkvorm)
Na de warming-up ga ik de klas opdelen in 4 groepjes. Ieder
groepje krijgt een kort sprookje. De bedoeling is dat ieder groepje het
sprookje gaat uitbeelden aan de klas. Er is 1 verteller (die kan eventueel ook
meedoen) en de rest van de kinderen gaan het sprookje uitbeelden.
De kinderen krijgen ongeveer een 15 min de tijd om het sprookje voor te bereiden en vervolgens gaat elke groepje hun eigen sprookje op hun gekozen manier uitbeelden. De andere groepjes weten nog niet welke sprookje er wordt uitgebeeld dit mogen hun raden wanneer het groepje klaar is met het uitbeelden van het sprookje.
6).Beschrijf de cooling-down (kies bij voorkeur voor een speelse afsluiting in een spel vorm)
Voor de cooling-down ga ik een soort politie-spel doen. Er gaan 3 kinderen op de gang staan en 1 blijft in de klas. Ik ga samen met andere kinderen dan beslissen wat er gestolen is?, wie heeft het gedaan? en waar is het gebeurt?. Vervolgens wordt er 1 kind van de gang gehaald en mag het kind die in de klas was gebleven uitbeelden wat er gestolen is?, wie het heeft gedaan? en waar het is gebeurt. Vervolgens word er nog 1 kind van de gang gehaald en wordt er weer uitgebeeld wat er gestolen?, wie het heeft gedaan? en waar het is gebeurt.
Nu word het laatst kind van de gang gehaald en wordt het voor de laatste keer uitgebeeld wat er gestolen is?, wie heeft het gedaan? en waar is het gebeurt?. Het laatste kind moet dan ook zeggen wat er volgens hem/haar is gestolen, wie het heeft gedaan en waar het is gebeurt. Dit spel doe ik dan 2 keer met de kinderen als een leuke afsluiter.
7).Geef aan waar je op het gebied van organisatie en begeleiding op moet letten bij het uitvoeren van de les.
Bij de warming-up ga ik eerst vertellen wat de bedoeling is van de oefening vervolgens hoef ik er alleen voor te zorgen dat alle kinderen goed meedoen. Natuurlijk zullen er kinderen tussen zitten die het eng vinden maar, deze warming-up is er voor bedoeld dat de kinderen een beetje los komen zodat ze later bij het vertelimprovisatie alle creativiteit los kunnen laten.
Bij de vertelimprovisatie vertel ik eerst aan de kinderen wat de bedoeling is van de vertelimprovisatie en moet ik opletten of alle kinderen snappen wat de bedoeling is en dat ik eventuele begeleiding kan bieden waar er problemen zijn. Vervolgens verdeel ik de kinderen in 4 groepjes en moet ik goed bij de groepjes opletten of alles goed gaat
Ik moet ook van te voren 4 verschillende korte sprookjes hebben die wel bekend zijn bij de kinderen en ook wat kleding, voorwerpen waar de kinderen eventueel gebruik van kunnen maken zodat de kinderen het sprookje een beetje kunnen aankleden. Ik moet tijdens het opvoeren van de stukken wel goed opletten dat dit in een rustige en ontspannen omgeving gebeurt en dat er niemand wordt uitgelachen. Het gaat hier vooral om dat alle kinderen goed hun creativiteit kunnen uiten.
Bij de cooling-down eerst ga ik uitleggen wat de bedoeling en kan ik ook nog eventuele extra vragen of begeleiding bieden waar dat nodig is. Vervolgens moet ik er voor zorgen dat er rustige en ontspannen omgeving is, waar de kinderen van dit spel kunnen genieten en waar niemand wordt uitgelachen door iemand om wat dan ook.